CSVNP21.html: Met Wedstrijdreglement Open Nederlands Kampioenschap Computerschaak. / Statuten CSVN. Wedstrijdreglement Gebruikerstoernooi.


TERUG NAAR:    


Wedstrijdreglement

 

Open Nederlands Kampioenschap ComputerSchaak

 

Er wordt gespeeld volgens de "REGELS VOOR HET SCHAAKSPEL", vastgesteld door de Wereldschaakbond FIDE in 2004, in de officiële vertaling van de KNSB (maart 2005), geldig vanaf 1 juli 2005. Hierbij zijn de volgende aanpassingen en aanvullingen van toepassing.

 

Computer Schaak Vereniging Nederland (CSVN)

Leiden / Eupen (B), oktober 2006

1.  Aanpassingen

 

ad art. 4:    Het voltooien van de zet

Elke computer is vergezeld van een operator die alle taken uitvoert, die de computer niet zelf kan doen. In het bijzonder dient hij er voor te zorgen, dat zodra de computer een zet heeft aangegeven, deze zet op het bord wordt uitgevoerd en dient hij de zetten van de tegenstander onver­wijld in de computer in te voeren. Een zet is voltooid, wanneer hij door de operator op het bord is uitgevoerd. Wordt door een fout van de opera­tor de tegenpartij benadeeld, dan wordt door de wedstrijdleider het door de tegenpartij geleden tijdverlies gecompenseerd. Zonodig wordt de verbruikte tijd van beide partijen aangepast.

 

ad art. 5:    Het einde van de partij

De operator heeft het recht om namens de computer de partij op te ge­ven, remise aan te bieden of een remiseaanbod van de tegenpartij te aanvaarden. Indien een partij op dergelijke wijze beëindigd wordt, kan de wedstrijdleider beslissen, dat de partij toch voortgezet dient te wor­den. Claims op grond van art. 9.2 (herhaling) of 9.3 (50‑zetten) moeten door de computer zelf worden gedaan.


ad art. 6:    De schaakklok

Wanneer een computer niet zelf de klok kan bedienen, dan wordt dit gedaan door de operator.

Zolang beide programma=s vanuit het openingsboek spelen, hoeft de klok niet gebruikt te worden.

 

ad art. 7:    Onregelmatigheden

Wordt tijdens de partij geconstateerd dat een stuk op een verkeerd veld staat, dan wordt de stelling teruggebracht tot voor de onregelmatigheid, en de door de computer aangegeven zet alsnog op het bord uitgevoerd. De gebruikte bedenktijd wordt door de arbiter teruggebracht, in verhou­ding van het aantal gespeelde zetten en de verbruikte tijd. De arbiter kan de tegenstander extra bedenktijd geven ter compensatie om bijvoorbeeld hashtables opnieuw op te bouwen.

 

ad art. 8:    Het noteren der partijen

Ongeacht het feit of de computer zelf de notatie bijhoudt, is de operator gehouden de gedane zetten te noteren op een notatieformulier en dit formulier tijdelijk af te staan op verzoek van de toernooi‑organisatie.

 

ad art. 12:  Het gedrag der spelers

Het analyseren en bespreken van een aan de gang zijnde partij is toege­staan, voorzover de operators hierdoor niet hinderlijk gestoord worden.

Het gebruik van mobiele telefoons door operators en toeschouwers is ook tijdens de partij toegestaan.

 

ad art. A:   Het afbreken

Wanneer een partij moet worden afgebroken, draagt de wedstrijdleider er zorg voor, dat uitsluitend hijzelf en de betreffende operator de afgegeven zet kennen. Tevens vergewist hij zich ervan, dat de operator de juiste zet in de enveloppe sluit.


2.      Aanvullingen

 

A.      Speeltempo

Het speeltempo is 90 minuten per speler voor de gehele partij. Dit houdt in dat artikel 10 (versneld beëindigen) van het FIDE reglement van kracht is. Er wordt geen tijdcompensatie gegeven voor trage communica­tielijnen of anderszins.

 

B.      Storingen

Storingen worden onderverdeeld in drie soorten:

1.      Bij stroomuitval worden de partijen onderbroken tot weer verder gespeeld kan worden. Indien nodig kan extra bedenktijd toegekend wor­den ter compensatie van bijvoorbeeld verloren gegane hashtables.

2.      Bij computeruitval van een deelnemer (hardware, inclusief verbro­ken communicatielijnen, of systeemsoftware) krijgt de betrokkene gele­genheid om de computer en de partij weer op gang te brengen, of de communicatie weer te herstellen.

3.      Bij programmeerfouten krijgt de betrokkene gelegenheid om de partij weer op gang te brengen. Hierbij mag de programmafout gecorri­geerd worden (edit, compile, link), en/of het programma mag herstart worden met andere parameters. Eventueel mag een oudere versie van het programma opgestart worden.

 

Bij storingen van type 2 en 3 wordt extra tijd toegekend om de storing op te heffen zonder dat dit ten koste gaat van de speeltijd. De maximale tijdsvergoeding hiervoor bedraagt 15 minuten per partij per speler. Is deze tijd verbruikt, dan wordt de klok van de door storing getroffen speler weer aangezet, en dient de storing in de eigen bedenktijd opgelost te worden. Teneinde de verbruikte storingstijd te registreren, wordt een extra schaak­klok gebruikt, waarvan de bediening uitsluitend aan de wedstrijdleider is voorbehouden.


C.      Operator

De operator mag de werking van het programma niet beïnvloeden. Het is derhalve niet toegestaan tijdens de partij het speelniveau te wijzigen, tenzij met toestemming van de wedstrijdleider. Het is wel toegestaan om af en toe de werkelijk resterende bedenktijd in het programma in te voeren, indien deze afwijkt van de door het programma berekende tijd. Hierbij mag rekening gehouden worden met enig tijdverlies door opera­tor handelingen.

Een verzoek van een programma om een opslagmedium te laden (zoals CD-rom), dient onverwijld door de operator te worden uitgevoerd.

 

D.      Commissie van beroep

Indien een deelnemer het niet eens is met een arbitrale beslissing, dan kan hij in beroep gaan bij de commissie van beroep. Deze commissie bestaat uit drie personen, plus een eerste en een tweede reserve welke optreden als een commissielid zelf bij het beroep betrokken is. De com­missie wordt bij aanvang van het toernooi door middel van loting onder de deelnemers samengesteld. Een ingelote deelnemer kan weigeren in de commissie zitting te nemen. Een commissielid kan zich laten vervangen door een vertegenwoordiger van het bestuur, die niet bij de organisatie betrokken is. De commissie beslist met meerderheid van stemmen.

 

E.      Interpretatie

Indien de Nederlandse en Engelse tekst van dit reglement aanleiding geven tot verschillende interpretaties, dan geldt de Nederlandse tekst.

 


 

Tournament Rules

 

Open Dutch Championship Computer Chess

 

The tournament is governed by the "RULES OF CHESS", as established by the World Chess Association FIDE in 2004, in the official translation by the KNSB (March 2005), valid from July 1, 2005. The following adaptations and extension apply.

 

Computer Schaak Vereniging Nederland (CSVN)

Leiden / Eupen (B), October, 2006

1.  Adaptations

 

ad art. 4:    Completing a move

Each computer is accompanied by an operator who shall perform all tasks the computer cannot perform by itself. In particular he must take care that as soon as the computer supplies a move it will be made on the board and he must enter moves by the opponent into the computer wit­hout delay. A move has been completed when the operator has perfor­med it on the board. When an operator error leads to a disadvantage of the opponent, the arbiter shall compensate the time lost by the opponent. When necessary both clocks can be adjusted.

 

ad art. 5:    The end of a game

The operator has the right to resign a game, offer a draw or accept an offered draw on behalf of the computer. If a game is stopped in this way, the arbiter can still decide that the game must be resumed. Claims for a draw based on art. 9.2 (repetition) or 9.3 (50‑moves) must be made by the computer itself.


ad art. 6:    The chess clock

When a computer cannot operate the clock, this is done by the operator.

As long as both programs are playing from the openings-book, the clock don=t need to be used.

 

ad art. 7:    Irregularities

When during the game it is observed that a peace is located on the wrong field, then the position will be restored to before the irregularity, and the move indicated by the computer will be made on the board. The time used will be reduced by the arbiter, in the ratio of the number of played moves and the used time. The arbiter can grant the opponent extra time as compensation, for instance to rebuild hash-tables.

 

ad art. 8:    Notation of the games

Regardless the fact the computer keeps a record of the moves, the opera­tor is to write down a notation form with all moves made and to make this form temporarily available on request of the tournament organisati­on.

 

ad art. 12:  The player's conduct

The analyses and discussion of an ongoing game is allowed, as far as the operators are not annoyingly disturbed.

The use of mobile phones by operators and bystanders is allowed also during the game.

 

ad art. A:   The adjournment

When a game needs to be adjourned, the arbiter makes sure only he and the corresponding operator know the move. He checks also that the right move is actually put into the envelop.


2.      Extensions

 

A.      Playing tempo

The playing tempo is 90 minutes for the whole game. This implies that article 10 (quick-play finish) from the FIDE laws of chess is in force. No time compensation will be given for slow communication lines.

 

B.      Malfunctions

Malfunctions are divided into three types:

 

1.      On a power‑failure the games are interrupted until playing can be resumed. If necessary extra time can be granted to compensate for, for instance, lost hash-tables.

2.      On a computer failure of a participant (hardware, including broken communication lines, or system software) the operator will be given the opportunity to resume the game, or to re-establish the communication.

3.      On programming errors the operator will be given the opportunity to resume the game. For this the program error may be corrected (edit, compile, link), and/or the program may be restarted with other parame­ters. Eventually an older version of the program may be started.

 

For failures of type 2 and 3 extra time will be allowed to solve the pro­blem without using playing time. The maximum time‑allowance for this is 15 minutes per game per player. When this time is expired, the clock of the affected player is activated again, and the failure has to be resol­ved in one's own playing time. In order to register the used down-time an extra chess-clock will be used, of which the operation is reserved only to the arbiter.


C.      Operator

The operator may not influence the working of the program. Therefore it is not allowed to change the playing level during the game, unless with permission of the arbiter. It is however allowed to enter from time to time the actual remaining thinking time into the program, when this differs from the time calculated by the program. Hereby it is allowed to take into account some time-loss due to operator handling.

A request of the program to load a storage medium (like Cd-rom) has to be performed by the operator without delay.

 

D.      Committee of appeal

When a participant disagrees with an arbiter=s decision, he can make an appeal to the committee of appeal. This committee consist of three per­sons, plus a primary and a secondary stand-by who will act when a com­mittee member himself is involved in the appeal. The committee will be assigned at the start of the tournament by drawing lots out of the partici­pants. A drawn participant may refuse to take part in the committee. A committee member may have himself replaced by a representative from the board, who is not involved in the organisation. The committee deci­des by majority of votes.

 

E.      Interpretation

When the Dutch and English text of these regulations lead to different interpretations, the Dutch text prevails.

 


                    Wedstrijdreglement Gebruikerstoernooi

 

Er wordt gespeeld volgens de “REGELS VOOR HET SCHAAKSPEL”, vastgesteld door de Wereldschaakbond FIDE in 1996, in de officiële vertaling van de KNSB (maart 1997). Hierbij zijn de volgende aanpassingen en aanvullingen van toepassing.

 

                Computer Schaak Verenigign Nederland (CSVN)

                                Utrecht, 25 september 2000

 

 

1. Aanpassingen

 

ad art.4: Het voltooien van de zet

 

Elke computer is vergezeld van een operator die alle teken uitvoert, die de computer niet zelf kan doen. In het bijzonder dient hij er voor te zorgen, dat zodra de computer een zet heeft aangegeven,deze zet op het bord wordt uitgevoerd en dient hij de zetten van de tegenstander onverwijld in de computer in te voeren. Een zet is voltooid, wanneer hij door de operator op het bord is uitgevoerd. Wordt door een fout van de operator de tegenpartij benadeeld, dan wordt door de wedstrijdleider en door de tegenpartij geleden tijdverlies gecompenseerd.  Zonodig wordt de verbruikte tijd van beide partijen aangepast.

 

Ad art.5: Het einde van de partij

 

De operator heeft het recht om namens de computer de partij op te geven, remise aan te bieden of een remise aanbod van de tegenpartij te aanvaarden of af te wijzen. Indien een partij op dergelijke wijze beëindigd wordt, kan de wedstrijdleider beslissen, dat de partij toch voortgezet dient te worden. Claims op grond van art. 9.2 (herhaling) of 9.3 (50-zetten) moeten door de computer zelf worden gedaan.

 

Ad art.6: De schaakklok

 

Wanneer een computer niet zelf de klok kan bedienen, dan wordt dit gedaan door de operator.

Zolang beide programma’s vanuit het openingsboekspelen, hoeft de klok niet gebruikt te worden.

 

Ad art.7: Onregelmatigheden

 

Wordt tijdens de partij geconstateerd dat een stuk op een verkeerd veld staat, dan wordt de stelling teruggebracht tot voor de onregelmatigheid, en de door de computer aangegeven zet alsnog op het bord uitgevoerd. De gebruikte bedenktijd wordt door de arbiter teruggebracht, in verhouding van het aantal gespeelde zetten en de verbruikte tijd. De arbiter kan de tegenstander extra bedenktijd geven ter compensatie om bijvoorbeeld hashtables opnieuw op te bouwen. 

 

Ad art.8: Het noteren der partijen

 

Ongeacht het feit of de computer zelf de notatie bijhoudt, is de operator gehouden de gedane zetten te noteren op een notatieformulier en dit formulier tijdelijk af te staan op verzoek van de toernooi-organisatie.

 

Ad art.12: Het gedrag der spelers

 

Het is verboden de tegenpartij af te leiden of hinderlijk te storen op welke wijze dan ook.

 

Ad art. A: Het afbreken

 

Wanneer een partij moet worden afgebroken, draagt de wedstrijdleider er zorg voor, dat uitsluitend hijzelf en de betreffende operator de afgegeven zet kennen. Tevens vergewist hij zich ervan, dat de operator de juiste zet in de enveloppe sluit.

 

2. Aanvullingen

 

A   Teneinde  de verbruikte tijd bij storingen te registreren, wordt bij elke partij een extra schaakklok gebruikt, waarvan de bediening uitsluitend aan de wedstrijdleider is voorbehouden.

 

B   Deze klok wordt gebruikt, wanneer storingen optreden, waarbij het toernooi reglement toestaat dat de storing wordt opgeheven zonder dat dit ten koste gaat van de speeltijd.

Storingen worden onderverdeeld in drie soorten:

 

1.     Bij stroomuitval worden de partijen onderbroken tot weer verder gespeeld kan worden. Indien nodig kan extra bedenktijd toegekend worden ter compensatie van bijvoorbeeld verloren gegane hashtables.

2.     Bij computeruitval van een deelnemer (hardware, inclusief verbroken communicatielijnen, of systeemsoftware) krijgt de betrokkene gelegenheid om de computer en de partij weer op gang te brengen, of de communicatie weer te herstellen.

3.     Bij programmeerfouten krijgt de betrokkene gelegenheid om de partij weer op gang te brengen. Hierbij mag de programmafout gecorrigeerd worden (edit, compile, link) , en/of het programma mag herstart worden met andere parameters. Eventueel mag een oudere versie van het programma opgestart worden.

 

De maximale tijdsvergoeding per partij per speler voor storingen van type 2 of 3 bedraagt 15 minuten. Is deze tijd verbruikt, dan wordt de klok van de door storing getroffen speler weer aangezet, en dient de storing in de eigen bedenktijd opgelost te worden.

 

C         Vragen en/of opdrachten van de computer aan de operator moeten eenduidig zijn  en dienen onverwijld door de operator te worden beantwoord dan wel uitgevoerd.

Vragen aan de oprator dienen beperkt te zijn tot:

-                     invoer van de verbruikte of overgebleven tijd;

-                     invoer van de uitslagen van andere partijen.

Opdrachten aan de operator dienen beperkt te zijn tot:

-                     het verwisselen of aansluiten van een opslagmedium(bv diskette of CD-rom)

De operator mag de werking van het programma beïnvloeden (Gebruikerstoernooi) bij toernooien met een speeltijd vanaf  45 minuten per partij per kleur. Het is derhalve toegestaan tijdens de partij het speelniveau te wijzigen. Bij Rapid of Snelschaaktoernooien is het echter niet toegestaan tijdens de partij het speelniveau te wijzigen. Partijen vanaf 5 minuten tot 45 minuten per partij per kleur. Op de wedstrijdklok krijgt men twee minuten extra om het verlies van tijd op te vangen.

 

D       Het speeltempo is afhankelijk van de te hanteren tijd. Mogelijk is  artikel 10(versneld beëindigen) van het FIDE reglement van kracht.

 

E       Indien een deelnemer het niet eens is met de arbitrale beslissing, dan kan hij in beroep gaan bij de commissie van beroep. Deze commissie bestaat uit drie personen , plus een eerste en tweede reserve welke optredenals een commissielid zelf bij het beroep betrokken is. Naast een vertegenwoordiger van het bestuur (die niet bij de organisatie betrokken is), wordt de commissie voor aanvang van het toernooi door middel van loting onder de deelnemers samengesteld. Een ingelote deelnemer kan weigeren in de commissie zitting te nemen. De commissie beslist met meerderheid van stemmen.


Statuten der CSVN

Artikel 1

1. De vereniging draagt de naam Computerschaak Vereniging Nederland (CSVN).

2. De vereniging is opgericht op 18 oktober 1980 en is gevestigd te Amsterdam.

Artikel 2

1. Het doel van de vereniging is bekendheid te geven en mede te werken aan de ontwikkeling van het computerschaak in de ruimste zin van het woord.

2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door het nemen en steunen van initiatieven en het coördineren van activiteiten op het gebied van computerschaak en door het bevorderen van een gereglementeerd gebruik van computers bij de beoefening van het schaakspel.

Artikel 3

1. De vereniging heeft leden, buitengewone leden en ereleden.

2. Buitengewone leden kunnen zijn degenen, van wie naar de mening van het bestuur aannemelijk is dat commerciële beweegredenen van invloed kunnen zijn op hun functioneren binnen de vereniging. Buitengewone leden hebben dezelfde rechten en plichten als leden; zij hebben evenwel geen stemrecht en kunnen geen bestuursfunctie bekleden.

3. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd. Zij zijn gelijkgesteld met gewone leden met dien verstande, dat zij zijn vrijgesteld van betaling van contributie.

Artikel 4

1. Een ieder kan tot het bestuur het verzoek richten om als lid van de vereniging te worden toegelaten. Het bestuur beslist omtrent de toelating, behoudens het hier onder punt 2 genoemde.

2. Indien een verzoek tot toelating tot het lidmaatschap of het buitengewone lidmaatschap niet wordt ingewilligd, kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

Artikel 5

1. Het lidmaatschap eindigt door:

a. overlijden, of - bij een rechtspersoon - het ophouden te bestaan;

b. opzegging van het lidmaatschap door het lid;

c. opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging;

d. ontzegging door de algemene vergadering.

2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts schriftelijk bij het bestuur geschieden tegen de eerste januari van het eerstvolgende kalenderjaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken.

3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan geschieden door het bestuur in de volgende gevallen:

a. indien het lid de verschuldigde contributie niet betaald; in dit geval geschiedt de opzegging niet dan na verloop van een maand nadat het lid schriftelijk tot betaling is gemaand;

b. indien het gedrag van een lid daartoe aanleiding geeft alsmede in alle andere gevallen waarin in redelijkheid van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

4. Ontzetting kan geschieden, indien een lid in strijd met de statuten , reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Omtrent ontzetting beslist de algemene vergadering, op voorstel van het bestuur. De beraadslaging omtrent de ontzetting moet een agendapunt van de betrokken vergadering uitmaken.

5. Het bestuur is bevoegd een lid, wiens ontzetting het voornemens is in de eerstvolgende algemene vergadering voor te stellen, te schorsen. Gedurende de schorsing mag het betrokken lid zijn uit het lidmaatschap voortvloeiende rechten niet uitoefenen. De schorsing eindigt door de beslissing van de algemene vergadering omtrent de ontzetting, behoudens eerdere ofheffing door het bestuur.

Artikel 6

1. Aan het hoofd van de vereniging staat de algemene vergadering.

2. Deze komt bijeen in de eerste helft van elk kalenderjaar (jaarvergadering) en voorts zo dikwijls als het bestuur dit nodig acht of tenminste een tiende gedeelte van de leden, met een maximum van 50, het bestuur er schriftelijk om verzoekt. In het laatste geval is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot het bijeenroepen overgaan met inachtneming van het onder punt 3 bepaalde of bij advertentie in tenminste één veelgelezen Nederlands dagblad.

3. De vergadering wordt bijeengeroepen door toezending aan de leden van de agenda teminste tien dagen voor de aanvang.

4. De vergadering neemt besluiten bij gewone meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, tenzij de statuten anders voorschrijven. Blanco stemmen zijn van geen waarde. Stemming over personen geschiedt schriftelijk. Bij staking van stemmen over zaken beslist de stem van de voorzitter, over personen het lot, behoudens het bepaalde in artikel 10.

5. Stemmen bij machtiging is toegestaan, mits het lid van te voren schriftelijk aan het bestuur heeft medegedeeld dat hij de algemene vergadering niet zal kunnen bezoeken en daarbij vermeldt wie van de leden hij tot stemming machtigt. Een lid kan voor niet meer dan vijf leden als gemachtigde stemmen.

Artikel 7

1. Het boekjaar van de vereniging valt samen met het kalenderjaar.

2. Het bestuur brengt op de jaarvergadering zijn jaarverslag uit en doet onder overlegging van de nodige bescheiden rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.

3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks een commissie van tenminste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, welke de commissie de rekening en verantwoording van het bestuur onderzoekt en aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uitbrengt.

4. De algemene vergadering beslist omtrent het verlenen van décharge aan de penningmeester en stelt de jaarlijkse begroting vast.

Artikel 8

1. De dagelijkse leiding van de vereniging berust bij het bestuur, dat bestaat uit tenminste vijf leden.

2. Het bestuur wordt jaarlijks door de algemene vergadering benoemd uit de leden die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Slechts natuurlijke personen zijn benoembaar. Een bestuurslid kan ten alle tijden door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen.

3. De voorzitter wordt in functie benoemd. Het bestuur verdeelt de andere functies onder de overige bestuursleden. Het kan aan een bestuurslid meer dan één functie toewijzen.

4. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is terstond herkiesbaar.

Artikel 9

1. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door tenminste twee bestuursleden.

2. Het bestuur is slechts met toestemming van de algemene vergadering bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze toestemming kan door en tegen derden beroep worden gedaan.

Artikel 10

1. Kandidaatstelling voor het bestuurslidmaatschap geschiedt door het bestuur. De kandidaten worden voor de algemene vergadering schriftelijk aan de leden bekend gemaakt.

2. Tegenkandidaten kunnen worden gesteld door schriftelijke aanmelding door tenminste vijf leden, ten minste vijf dagen voor het begin van de vergadering.

3. Bij enkele kandidaatstelling voor enige bestuursfunctie wordt de voorgedragen kandidaat door de algemene vergadering zonder hoofdelijke stemming tot bestuurslid benoemd.

4. Indien er meerdere kandidaten voor het voorzitterschap zijn voorgedragen wordt die kandidaat die de volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen op zich verenigt tot voorzitter benoemd. Indien geen der kandidaten de volstrekte meerderheid der stemmen op zich heeft verenigd vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Indien door het staken der stemmen niet kan worden vastgesteld tussen welke kandidaten de herstemming moet plaats vinden wordt geloot tussen de kandidaten, tussen wie de stemmen hebben gestaakt. Staken de stemmen ook na de herstemming, dan beslist het lot.

5. Indien het aantal kandidaten voor de overige bestuursfuncties groter is dan het aantal bestuursfuncties bedraagd, vindt de verkiezing van de overige bestuursleden plaats doordat de leden op de stembriefjes ten hoogste zoveel namen van kandidaten vermelden als er overige bestuursleden verkozen moeten worden. De kandidaten die het hoogste aantal geldig uitgebrachte stemmen op zich hebben verenigd zijn verkozen. Indien door het staken der stemmen niet kan worden vastgesteld wie is verkozen, vindt een herstemming plaats tussen de kandidaten tussen wie de stemmen staken. Staken de stemmen ook na de herstemming, dan beslist het lot.

Artikel 11

De voorzitter leidt de algemene vergaderingen en de vergaderingen van het bestuur.

Artikel 12

1. De leden betalen een jaarlijkse contributie waarvan de hoogte door de algemene vergadering wordt vastgesteld.

2. De contributie is bij vooruitbetaling verschuldigd.

3. Het bestuur kan indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, uitstel van betaling, vermindering of gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van contributie verlenen.

Artikel 13

1. Wijzigingen van de statuten geschiedt door de algemene vergadering. Een daartoe strekkend besluit behoeft een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen. De beraadslaging omtrent de statutenwijziging moet een agendapunt van de betrokken vergadering uitmaken.

2. Zij die de oproep tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste veertien dagen voor de vergadering de tekst van de voorgedragen wijziging bij het bestuur hebben ingediend. Het bestuur zal de voorgedragen wijziging tijdig voor de vergadering ter kennis van de leden brengen.

3. Het bestuur zal ten spoedigste een door de algemene vergadering aangenomen statutenwijziging doen opnemen in een notariële acte.

Artikel 14

1. Op een besluit tot ontbinding van de vereniging is het bepaalde in de leden 1 t/m 3 van het vorig artikel van overeenkomstige toepassing.

2. In geval van ontbinding benoemt de algemene vergadering één of meer liquidateurs, die voor de vereffening zorgdragen, met inachtneming van de bepalingen van het Burgelijk Wetboek.

3. De algemene vergadering die tot ontbinding besluit geeft aan een eventueel positief liquidatiesaldo een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging.

Artikel 15

In alle gevallen waarinde wet, deze statuten, en besluiten van de algemene vergadering niet voorzien, beslist het bestuur.

Naschrift van de redactie: Op 1 februari 1982 zijn deze statuten in een notariële acte vastgelegd.


TERUG NAAR: