CSVNP11.html: Pagina indeling: Foto 1e Gebruikerstoernooi. Een nichtje van vier. Inleiding Computerschaak door Vincent Diepeveen. Tweekamp Mephisto Berlin Pro 24 MHz - Mephisto Montreux ARM6 14 MHz 512 Kb. Bobby Fischer over computers. Bloed op het bord, door Theo de Jong. De vorderingen van Diep. Diep behaald nipte overwinning op SC Utrecht. Rebel 10 door collega's verslagen.(Alwin van Ee).


TERUG NAAR:   


Frans Brent, Ries van Leeuwen, Jan Krabbenbos en Joh Dijkstra tijdens de partij: Renaissance "Meastro"- Berlin Pro 68020.

 


Een nichtje van vier jaar

Zelden zal een computer-schaakpartij zoveel belangstelling hebben getrokken als de partij, die werd gespeeld op 5 maart 1982 ter gelegenheid van het lustrum van de Delftse wiskundige studievereniging Christiaan Huygens tussen grootmeester J.H.Donner en Belle, het computerschaakprogramma van Ken Thompson en Joe Condon. De mening van de grootmeester over computerschaak is bekend. Immers, in niet mis te verstane termen had hij blijk gegeven van zijn minachting van de wijze, waarop door computers wordt geschaakt en daarbij en passant tevens vrijwel alle menselijke schakers in zijn negatieve oordeel betrokken. Toen Ken Thompson bereid bleek, zijn programma Belle te laten spelen, was dit voor de Delftse studenten een goede gelegenheid om Donner uit te dagen, nu maar eens de ontoereikendheid van het computerschaak persoonlijk te demonstreren. Hoewel met duidelijk uitgesproken tegenzin, bleek Donner uiteindelijk bereid, dit "weerzinwekkend karweitje"op te knappen, ja zelfs was hij bereid, indien de partij snel zou zijn beëindigd, nog enkele vluggertjes tegen de computer te spelen. De grootmeester kwam op tijd. Hij zat zelfs eerder aan de lunch, gesecondeerd door Berry Withuis, dan de gastheren. Voordat hij zich begaf naar de voor de partij gereserveerde zaal, schreedhij naar de grote collegezaal, om zich door de circa 500 belangstellenden, die zich daar hadden verzameld, te laten toejuichen. Eenmaal achter het bord gezeten, bleek hij zijn taak serieus op te vatten. Sterker nog, hij leek toch niet helemaal op zijn gemak tegenover zijn onzichtbare tegenstander aan de andere kant van de oceaan. Hij koos een zeer tamme opening, die wit slechts weinig voordeel beloofde. Overigens is het tegen computers vaak een goede tacktiek, zoveel mogelijk positioneel te spelen. In de speelzaal zat hij eenzaam achter het bord, slechts omgeven door een aantal fotografen, die telkens, wanneer hij een zet uitvoerde, in het geweer kwamen. Een eindje verderop gaf Han Schiet, gekluisterd aan de telefoon, de zetten door naar Amerika, bijgestaan door Harry Nefkens, die steeds de gedane zetten afriep. Inmiddels werd in de naburige collegezaal de partij becommentariëerd door Jaap v/d Herik, die onvermoeibaar gedurende de volle vijf uur, dat de partij duurde, de zaal wist te boeien met zijn analyses en commentaren. De partij zelf is inmiddels reeds zo vaak gepubliceerd, dat vele lezers hem reeds zullen kennen. De eerste 15 zetten waren theorie. Weliswaar had daarna wit wat druk op de vijandelijke stelling, maar het was toch niet gemakkelijk voor hem, een goed plan te vinden. Dit bracht hem tot de zeer slechte zet 19.g3? waarna Belle met 19. .... Lb4: in het voordeel had kunnen komen. Het blijft een raadsel, waarom Belle de stelling, die had kunnen ontstaan na 20. Tb4: c5 21.dc5: Lf3: 22.cb6: Pb6: 23.Pb6: Tb6: 24.Tb6: Db6: (waarna zwart in het voordeel is), lager waardeerde dan de stelling na de gespeelde ongelukkige zet 19. .... Kh8: Met deze zet en het volgende 20. ... f5 helpt zwart zijn eigen stelling om zeep. Ook in de daarop volgende fase speelt zwart doelloos heen en weer. Maar ook wit spelt weinig energiek. Zetten als 28. De2 (in plaats van Da2) en 30.Tc2 maken het zwart niet moeilijk. Maar juist als wit eindelijk snel lijkt te gaan winnen, ziet zwart zijn kans schoon en offert met 38...... Ld4:! een stuk, hetgeen het publiek tot groot enthousiasme bracht. Vooral door de slechte stand van La8 is de zwarte stelling hopeloos en hoewel Donner ook nu niet de meest erergieke voortzetting kiest (46. Dd8 in plaats van Dd6 won onmiddellijk), komt zijn overwinning niet meer in gevaar. Als er vijf uur is gespeeld, wordt de partij gewonnen verklaard voor wit. Welke conclusies kunnen worden getrokken uit deze partij ? Wat Donner betreft; zijn spel heeft toch wel een "bevangen"indruk gemaakt. Hij heeft uiterst voorzichtig gespeeld en geen enkele poging ondernomen om het initiatief te nemen. Anderzijds was Ken Thompson over het spel van Belle ook niet erg tevreden. Hij weet dit aan het grote verschil in ELO-punten (2468 tegen circa 2200) van de tegenstanders. Mijns inziens ten onrechte. Enerzijds heeft het computerprogramma best aardige dingen laten zien, anderzijds blijkt het positioneel toch nog duidelijk zwakke punten te hebben, getuige de zinloze 19e en 20e zet en het doelloze heen en weer spelen van zijn stukken tussen de 20e en 30e zet. Met de sterkte van de tegenstander heeft dit weinig te maken. Zolang echter een computer niet in staat is, een redelijk plan te ontwerpen, mag niet worden verwacht, dat hij aan een grootmeester en ook een internationaal meester partij zal kunnen bieden. Een incidentele overwinning blijft daartegen altijd tot de mogelijkheden behoren, gezien de aanzienlijke tactische capaciteiten, waarover de sterkste programma's blijken te beschikken. En was grootmeester Donner bereid na de partij zijn oordeel over computerschaakprogramma's te herzien ? Zie hier zijn oordeel. "Dit is werkelijk verschrikkelijk. Een zo slechte tegenstander heb ik nog nooit gehad. Zelfs mijn nichtje van 4 jaar speelt beter !".

Wit: J.H. Donner - Zwart: Belle

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 e6 5.Lg5 Pbd7 6.e3 Da5 7.Pd2 Lb4 8.Dc2 0-0 9.Le2 dxc4 10.Lxf6 Pxf6 11.Pxc4 Dc7 12.0-0 Td8 13.a3 Le7 14.b4 b6 15.Tfc1 Lb7 16.Lf3 a6 17.Tab1 Pd7 18.a4 Tab8 19.g3 Kh8 20.Lg2 f5 21.Pe2 Te8 22.Pf4 Lg5 23.Pd3 Lf6 24.f4 Tec8 25.a5 b5 26.Pd2 La8 27.Pb3 Da7 28.De2 Tc7 29.Pbc5 Pf8 30.Tc2 Te8 31.Tbc1 Kg8 32.Lf3 Td8 33.g4 Tdc8 34.Tc3 fxg4 35.Lxg4 Te7 36.Da2 Tce8 37.f5 Td8 38.Pf4 Lxd4 39.exd4 Txd4 40.f6 Txf4 41.fxe7 Txg4+ 42.Tg3 Txg3+ 43.hxg3 Dxe7 44.Dd2 h6 45.Td1 De8 46.Dd6 e5 47.Dc7 Dh5 48.Tf1 De8 49.Dd6 e4 50.Tf4 e3 51.Te4 Dc8 52.Txe3 h5 53.Te7 Df5 54.Df4 Dg6 55.Ta7 De8 56.Dd4 Dg6 1 - 0.

J.J. van Oosterwijk Bruyn

 


Inleiding Computerschaak door Vincent Diepeveen.

U zult ongetwijfeld al meer dan eens in uw leven kennis gemaakt hebben met computers die kunnen schaken. Dat het een aparte tak van sport is, geheel anders dan het zelf spelen van een partij, dat kan ondergetekende u melden. Slechts de regels en sommige openingen zijn hetzelfde. In dit stukje zal ik niet zo zeer bij de actuele prestaties van schaakcomputers of PC schaakprogramma's stilstaan. Dat af en toe Kasparov voor veel geld verliest van een schaakprogramma, kunt u in geuren en kleuren in de media volgen. Graag vertel ik u hoe nu zo'n schaakprogramma denkt en wat de zwakke en sterke punten van een schaakprogramma zijn. Een belangrijke vereiste voor een machine om te kunnen schaken is natuurlijk dat deze in staat is om bepaalde regels te gehoorzamen. Toen de eerste voorlopers van de moderne computer ontwikkeld werden, was het produceren van alle legale zetten in een stelling al een heel probleem. Toen er meer geheugen beschikbaar kwam was dit probleem natuurlijk snel opgelost (meer ruimte om de regels op te schrijven), en kon men beginnen met de verkoop van schaakcomputers. De laatste jaren echter is er een verschuiving begonnen. Verkocht men eerst een hele computer, nu verkoopt men vrijwel alleen software voor een computer, welke voor meerdere doeleinden gebruikt kan worden. Dit laatste is natuurlijk veel handiger. De schaker bepaald dan zelf wat voor soort computer deze software op gedraaid kan worden. Ook voor de schaakprogrammeur is het een stuk makkelijker, in plaats van zich in allerlei bochten te moeten wringen om een programma op een zo goedkoop mogelijke computer werkend te krijgen, heeft de programmeur nu veel geheugen en een snelle processor tot zijn beschikking. Vandaar dat programma's op PC's stukken beter spelen dan zogenaamde "hardwarematige"schaakprogramma's. Het zal duidelijk zijn dat het lastig is om een schaakprogramma te schrijven. Als het mogelijk is om het schaakspel zo te beschrijven dat deze perfect schaakt, dan hoeft een mens dit slechts te lezen om ook perfect te kunnen schaken. Nu zit men tot betrekking tot computers met een nog ander probleem: computers zijn apparaten die snel instructies als optellen en delen kunnen uitvoeren. Apparaten zijn niet intelligent en moeten dus op een andere manier geleerd worden om te schaken als een mens. Dat levert natuurlijk grote problemen op; in feite probeer je als programmeur schaken te leren aan een beginneling, wat op zich alleen al een hele prestatie is. Vandaar dat de beginnende programma's niet zo sterk spelen. Het duurt jaren voor een mens, die bij uitstek geschikt is om iets te leren en vervolgens het geleerde af te wegen, om redelijk te leren schaken, laat staan een programma op de computer. De schaakprogrammeur maakt hiervoor een tekst aan met allerlei commando's voor de computer. De tekste wordt geïnterpreteerd door de computer en letterlijk uitgevoerd. Een klein gedeelte van deze tekst zou kunnen wezen: VOOR VELD=A1 TOT H8: INDIEN KONING OP VELD DAN PRINT VELD; In een hokje in de computer dat de programmeur "VELD"noemt wordt dan steeds een veld van het bord gestopt. Als er een koning staat, dan print (naar de printer of naar het beeldscherm) de computer deze uit. Natuurlijk zijn er talloze textconstructies mogelijk met een andere functionaliteit. Hoe zit nu zo'n schaakprogramma in elkaar? Natuurlijk is het een goed idee om eens naar mensen te kijken: hoe spelen zij schaak? Mensen blijken gebruik te maken van: Kandidaatzetten: wat zijn de in aanmerking komende zetten? Progressive deepening: opnieuw naar een zet kijken, maar steeds langere varianten doorrekenen. Analyse Then evaluatie: Eerst een variant doorrekenen en na afloop van de variant je de stelling voor proberen te stellen. Evaluatie: waarde van de ontstane stelling. De volgende onderdelen zitten in de meeste programma's: 1.Zoekproces; dit is het centrale brein: controleerd de volgende onderdelen. 2.Zetten Generator; produceert (semi-)legale zetten. 3.Zetten Sorteerder; zoekt de beste zetten uit de lijst en plaatst deze bovenaan.4.MaakZet, TerugZet; voert een zet uit, respectievelijk neemt hem terug. 5.Evaluator; de waarde van een ontstane stelling. Alle voordeeltjes worden opgeteld en nadeeltjes er vanaf getrokken. Over dat zoekproces is bv wel bekend dat mensen werken met behulp van progressive deeping etc., maar er is niet bekend hoe het zoekproces precies bij mensen werkt. Wel is er een algemeen woord dat de lading dekt: intelligentie. Hoe weet een mens nu wat de volgende te onderzoeken zet is? Een mens kan goed afwegingen maken, rekening houdend complexe factoren in de stelling. Een computer kan dit niet. De laatst jaren wordt hiernaar met behulp van het fenomeen "neurale netwerken"wel onderzoek naar gedaan, maar deze onderzoeken zijn allemaal tot nu toe mislukt. Er is een revolutionair en Nobelprijs winnend fenomeen nodig om een apparaat ingewikkelde afwegingen te laten maken. Een programma moet dus alle mogelijke zetten onderzoeken. Voordeel hierbij is meteen dat een programma dus ook GEEN variant zal missen. Nadeel is dat alles onderzocht moet worden, zoals mensen wel kunnen. Wel zijn schaakprogramma's superieur in optellen en aftrekken, kortom bewerkingen op rijen getallen. Hierdoor is het wel goed mogelijk voor schaakprogramma's om subdoelen die nauwkeurig beschreven kunnen worden te bereiken. Het belangrijkste subdoel is natuurlijk mat. In het computergeheugen heet dit overigens geen mat, maar is het slechts het slaan van een bepaald houtje: de koning. De lezer zal thuis ongetwijfeld gemerkt hebben dat het slaan van houtjes een ware hobby is van schaakprogramma's. Met feilloze precisie wordt opgemerkt dat een bepaald stuk op een slinkse wijze gepakt kan worden ! Zelfs als het niet goed is ! Het niet kunnen maken van afwegingen is dan ook gelijk de grootste zwakte van een schaakprogramma: het is niet in staat afwegingen te maken, waardoor er dus niet een ingewikkelde strategie kan worden verzonnen. Om deze reden spelen computers soms planloos. Als er geen kenmerk in de stelling is dat de computer begrijpt, zoals een open lijn, of een zwakke pion, dan bestaat de kans dat de computer planloos zetten doet. Door het zoekproces te verhelderen zult u precies begrijpen in welke stellingen een schaakprogramma de fout in gaat: in het zoekproces probeert een programma niet de beste zet te zoeken, maar kijkt een programma of andere zetten SLECHTER zijn dan de huidige zet. Misschien zult u denken dat dit hetzelfde is, maar dat is het niet. Als er een heleboel zetten mogelijk zijn die allemaal een bepaald doel lijken na te streven, dan zal een programma grootste problemen hebben om de goede zet hieruit te halen. Slechts als het programma ziet dat het niet oprukken van zijn vrijpion hem in de problemen brengt, zal het programma ervoor kiezen om deze op te spelen. Als een computer in de problemen zit, dan is deze dus het gevaarlijkst: doordat het berekent dat het in gevaar komt, zal het er alles aan doen om het gevaar te voorkomen. Desnoods een stuk offeren. Als het ene programma tegen het andere speelt is de diepte waarop het programma rekent belangrijk. Diepte wordt uitgedrukt in plies. Een ply is een halve zet, bv 1.e4 e5 is 2 ply. Een programma wat op 10 ply rekent ziet in principe alle positionele varianten die mogelijk zijn binnen deze 10 ply. De tactische diepte ligt vaak nog wat dieper. De reden dat dit zo belangrijk is, is het volgende: stel dat een bepaalde variant die verliest je programma 10 ply kost om in te zien dat deze verliest. Als je programma dan 9 ply rekent, gaat deze in de fout. Je Programma speelt de verliezende zet. Als je programma echter 10 ply of meer rekent, is dit probleem handig opgelost. Voor de winnende zet geldt hetzelfde. Natuurlijk is het één en ander op te vangen met kennis, maar vooral voor de tactiek is het ongelooflijk handig om diep te rekenen. De laatste tijd claimen sommige programmeurs zelfs dat hun programma's vanzelf een plan verzint, doordat het zo diep rekent. Natuurlijk wel een plan op korte termijn. 11 ply is tenslotte 6 zetten. Het zal de echte fanaat dan wel niet verbazen dat programma's erg veel moeite hebben met het goed neerzetten van de stukken. Vooral in de opening wordt er door de mens al vast een plan voorbereid door stukken gelijk naar het goede veld te ontwikkelen. Vandaar dat er veel moeite wordt gedaan programma's dieper te laten rekenen. De duurste, maar wel de snelste methode om dieper te rekenen is het kopen van een snelle computer. Op computerschaaktoernooien zie je dan ook veel snelle computers. Om diep te rekenen hebben dezelfde programmeurs hun programma's zo snel mogelijk gemaakt. Natuurlijk kun je je programma wel handiger schrijven waardoor je weer sneller bent, maar op een gegeven moment zul je wil je nog dieper rekenen, toch kennis uit je programma moeten slopen. Het weglaten van kennis is een veel toegepaste methode, die vaak ook uit een heel praktische reden voorkomt; de programmeurs van sterke programma's hebben vaak een te laag nivo. Minor promotie en 'en passant' werken dan ook vaak niet in hun eerste versie van het schaakprogramma. Kennis heeft natuurlijk wel een tweetal nadelen: de eerste is hoe leg je kennis vast in regeltjes en ten tweede: wat als de kennis in deze stelling niet opgaat ? Geen computer zal alle stellingen kunnen doorrekenen en zal dus ook niet kunnen berekenen waar de stukken moeten staan. De oplossing die programmeurs hiervoor hebben bedacht is bekende theorie in de computer te stoppen. Na afloop van de opening staan, zo hoopt de programmeur dan, de stukken dan al op de goede plaats opgesteld, of is er een stelling ontstaan waarin er voor de computer evidente zetten gedaan moeten worden. De slechtste zet die een programma in een partij doet is vaak de zet nadat het openingsboek is afgelopen. In het verleden was één van de zwakste punten van programma's het eindspel, doordat er vaak weinig tactiek aan te pas komt. De laatste jaren zijn commerciële programma's enorm sterk geworden in het eindspel. Niet alleen is er veel gedaan aan het eindspel door programmeurs, maar ook is de diepte waarop nu gerekend wordt in het eindspel belangrijk. Doordat er minder stukken op het bord staan, en de computers tegenwoordig meer geheugen hebben wordt er met name in de eindspelen enorm diep gerekend. In eindspelen met eenvoudige pionnenformaties heb ik vaak al mensen kansloos zien verliezen van programma's. Pionformaties waarin de menselijke tegenstander de verste vrijpion heeft worden nog regelmatig door programma's mishandeld. Er blijft dus nog steeds ruimte voor verbetering. Een groot probleem is hierbij de evaluator, die een keuze moet maken. De meeste topprogramma's spelen nu bijna allemaal even sterk. Tactisch zijn deze programma's bijzonder sterk. Nog altijd is het positionele spel de zwakste schakel in het programma. Een groot probleem is nl. dat alles wat een schaakprogramma kent, qua positionele kennis, van tevoren is vastgelegd door de programmeur. Als er dan in een stelling een bepaald soort kennis het belangrijkst is, dan zal een schaakprogrammeur dit met de hand moeten ingeven aan zijn programma.

 


Tweekamp: Mephisto Berlin Pro 68020 24 MHz - Mephisto Montreux ARM 6 14 MHz

In februari 2000 ben ik begonnen met de tweekamp om een beter inzicht te krijgen in de speelsterkte verhouding tussen de twee programma's. Het passieve spel van de Berlin en het aanvallende open spel van de Montreux. Zoals u ongetwijfeld weet spelen de meeste schaakprogramma's vanuit een gesloten verdediging om niet al in de openingsfase voor verassingen komen te staan. De eindstand is 13 - 12 in het voordeel van de Berlin. Deze Montreux is van de Nederlandse programmeur Johan de Koning bekent om zijn "The King" en Chessmaster 4000/8000 programma's. De Berlin is het Genius 2 programma van Richard Lang uit Engeland wat al jaren tot de top behoord.

Here 3 of the best games Mephisto Berlin Pro 68020 24MHz - Mephisto Montreux ARM6 14MHz 512 Kbyte

Mephisto Berlin Pro 68020 - Mephisto Montreux ARM6 40 moves in 2

1.e4 e6 2.d4 d5 3.Nc3 Nf6 4.e5 Nfd7 5.f4 c5 6.Nf3 Nc6 7.Be3 Qb6 8.Na4 Qa5 9.c3 cxd4 10.b4 Nxb4!! 11.cxb4 Bxb4+ 12.Bd2 Bxd2+ 13.Nxd2 g5!! 14.Nb2 gxf4 15.Nd3 b6 16.Kf2 Ba6 17.Nf3 Bxd3 18.Bxd3 Nc5 19.Re1 Qa3 20.Bb5+ Ke7 21.Qxd4 Rhg8 22.Kf1 Rg7 23.Qxf4 Qb2 24.Be2 Rag8 25.Rab1 Qa3 26.Qf6+ Kd7 27.Rec1 Rxg2 28.Qxf7+ Kd8 29.Qf6+ Kd7 30.Bb5+ Kc7 31.Qf7+ Kb8 32.Rc2 R2g7 33.Qf4 Rg4 34.Qxg4 Rxg4 35.Be2 Qe3 36.Bd1 Qd3+ 37.Ke1 Rf4 38.Rbc1 Qe3+ 39.Kf1 Nd3 40.Rb1 Qe1+ 41.Kg2 Rg4+ 42.Kh3 h5 43.Rc8+ Kxc8 44.Rc1+ Kb7 45.Rc7+ Kxc7 46.Nxe1 Nf4 0 - 1 .

Mephisto Montreux ARM6 - Mephisto Berlin Pro 68020 40 moves in 2

1.d4 e6 2.e4 d5 3.Nd2 c5 4.Ngf3 cxd4 5.exd5 Qxd5 6.Bc4 Qd6 7.0-0 Nf6 8.Nb3 Be7 9.Nbxd4 a6 10.Rfe1 b511.Bd3 Bb7 12.a4 b4 13.Qd2 Nc6 14.Nxc6 Qxc6 15.Qf4 0-0 16.Qh4 h6 17.Qg3 Kh8 18.Ne5 Qd5 19.Bc4 Qd4 20.c3 Qd8 21.Bd3 bxc3 22.bxc3 Bc5 23.Rb1 Qc8 24.Bd2 Bd5 25.Qh4 Be7 26.Bxh6 gxh6 27.Qxh6+ Kg8 28.Re3 Be4 29.Rg3+ Ng4 30.Rxg4+ Bg6 31.Bxg6 fxg6 32.Rxg6 1 - 0.

Mephisto Montreux ARM6 - Mephisto Berlin Pro 68020 40 moves in 2

1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Bc4 Bb4 4.Qe2 Nf6 5.e5 Ng8 6.Qe4 Qg5 7.Nf3 Qg6 8.Qxf4 Nh6 9.0-0 Qxc2 10.Bb3 Qc5+ 11.d4 Qe7 12.a3 Ba5 13.Bd2 Nc6 14.Nc3 Bxc3 15.bxc3 b6 16.Ng5 Ba6 17.Rf2 Na5 18.Bd5 0-0-0 19.Qg3 f5 20.exf6 ep gxf6 21.Ne4 Ng8 22.Re1 Qf8 23.Bf4 d6 24.Bg5 Qg7 25.Nxf6 Nxf6 26.Bxf6 Qxg3 27.Be6+ Kb8 28.hxg3 Bc4 29.d5 Nb3 30.Rf4 Bd3 31.Bxh8 Rxh8 32.Bd7 Nc5 33.Bc6 Bg6 34.Re7 Nd3 35.Ra4 Ne5 36.Bb5 Bf7 37.c4 Rg8 38.Bc6 Bg6 39.Rb4 Kc8 40.Rb3 Kd8 41.Re6 Nxc4 42.Re1 Na5 43.Rc3 Nxc6 44.Rxc6 Bf7 45.Rec1 Bf7 46.Rxc7 Rxg3 47.Rxh7 a6 48.R1c7 Rxg2+ 49.Kf1 Rg6 50.Ra7 Re6 51.Kf2 a5 52.Rh8+ Re8 53.Rxe8+ Kxe8 54.Ra6 Kd7 55.Rxb6 a4 56.Ke3 Kc7 57.Ra6 Bb3 58.Kd4 draw.

                   

De Berlin Pro 68020


Bobby Fischer over computers

Tijdens de persconferentie die vooraf ging aan de tweekamp tussen Fischer en Spassky werd aan Fischer ook een vraag gesteld over computerschaak. We geven hieronder de vraag en het volledige antwoord van Fischer.

Vraag van Tomislav Milojevic, BIG-Jugoskandic: "Het is bekend dat u in het openbaar drie partijen tegen een computer hebt gespeeld. Denkt u dat de computers in de nabije toekomst sterker zullen worden dan de topgrootmeesters? En als dat het geval is, betekent dat dan het eind van de schaakgeschiedenis?" Fischer: Wat het eerste deel van de vraag betreft, ze werden niet in het openbaar gespeeld; het ging om drie partijen, die ik later openbaar hebt gemaakt. Ik weet niet wanneer het zal gebeuren, maar ik denk dat (het eind van het schaakspel) snel naderbij komt. Ik denk dat we de spelregels moeten veranderen. Het zou bijvoorbeeld een goed idee zijn om de stukken op de onderste rij door de computer door elkaar te laten schudden..... op die manier kom je van alle theorie af. Een van de redenen waarom computers zo sterk schaken is dat ze toegang hebben tot een enorme hoeveelheid theorie, tot tienduizenden, honderdduizenden en misschien wel meer partijen. Als je het boek van de computer af kunt zetten , zoals ik deed toen ik tegen een computer speelde, zijn ze volgens mij nog tamelijk zwak, zeker in de opening. Dat zou al een goede verbetering zijn en het zou ook rechtvaardig zijn voor de mensen. Dat is volgens mij ook veel beter, want het schaken wordt steeds meer eenvoudig een kwestie van herinneren; de macht van het herinneren is reusachtig in het hedendaagse schaak. De theorie gaat zo vooruit; vroeger besloeg de theorie 10,15 of misschien 18 zetten, nu gaat hij 30 tot 40 zetten diep. Ik heb in de Informator, de Joegoslavische schaakuitgave waar ze bij een nieuwe zet een N zetten, geloof eens een partij gezien waar deze nieuwe zet rond de 50e zet plaatsvond. Kort geleden heb ik een Russisch boek gezien, ik geloof van de een of anders Shereshevsky, ik herinner me het niet goed, waarin de eindspelen worden getoond die je vanuit allerlei openingen kunt krijgen. Allerlei openingen worden nu dus tot aan het eindspel geanalyseerd. Ik denk dat we met de huidige regels inderdaad het eind van de schaakgeschiedenis naderen, maar daarmee wil ik nog niet zeggen dat we de huidige regels maar moeten afschaffen. De mensen kunnen daar nog best mee blijven spelen, maar ik denk dat de tijd is aangebroken voor degene die willen gaan spelen met nieuwe regels, die volgens mij beter zijn.

Daarna werd aan Spassky gevraagd of hij het met Fischer eens was dat de computers nieuwe spelregels nodig maken. Daar had Spassky blijkbaar niet over nagedacht. Spassky: "Nee, dat vind ik niet, want ik ben nu een erg bescheiden iemand en ik houd er niet zulke grote ideeën op na. Ik ben op weg naar een goed pensioen, dat is alles".


Bloed op het bord, door Theo de Jong

Het was, ik beken het eerlijk, een gruwlijke partij. Paarden waren afgeslacht, dames geschoffeerd, lopers in hinderlagen gelokt, torens verwoest, terwijl hordenpionnen waren weggevaagd in niets en niemand ontziende aanvalsgolven. Voetbalverslaggevers die wel eens van "schaakvoetbal" spreken verraden slechts hun grondeloze onbekendheid met deze harde sport- ik bedoel natuurlijk schaken. Het was deze avond, u zult het begrijpen, een echt prettige partij geweest. Mijn tegenstander en ik leunden tevreden achterover. Weliswaar had hij mijn mataanval met precies één zet overtroefd, maar als er aan beide kanten genoeg bloed is vergoten, vergeef je iemand dat. Mijn tegenstander, een man van middelbare leeftijd met vòòr de wedstrijd de ietwat vergrote ogen van iemand die verslaafd is aan hunkeren, straalde nu het welbehagen uit dat de mens meestal slechts ten dele valt na het bedrijven van de oudste daad ter wereld. Nadat we de slachtpartij nog eens dunnetjes hadden overgedaan, een in dit geval suspect genoegen dat door de schaamlap van de term "analyse" amper wordt bedekt, zij hij intens tevreden: "He, he, dat was nu eens echt schaken". Ik reageerde wat bevreemd, omdat ik niet wist wat onecht schaken zou moeten zijn, dus verklaarde hij zich nader. "Ik heb vorig jaar een schaakcomputer gekocht. Leuk . Toch? Je kunt zo'n apparaat op verschillende speelsterktes instellen, dus als je zin hebt, kun je altijd winnen. Heel prettig, in het begin. Maar zet je hem op het domste niveau, dan doet hij allerlei rare dingen; als hij bijvoorbeeld niet weet wat hij moet doen, gaat hij met één stuk als een pingpongballetje heen en weer. Heel vervelend. Je gaat dus een paar niveau's hoger. Maar dat ding rekent tien keer sneller dan jij, dus hij zet heel snel. Van de weeromstuit ga jij ook sneller spelen, maar daarin is hij beter, dus ga je de mist in. En zet je hem op een niveau waarbij hij over iedere zet een fatsoenlijke tijd nadenkt, dan maak je helemaal geen kans. Maar dat is het ergste niet. Hij leunde voorover. Als een zon die, hoewel nog niet op, alvast wat kleur vooruit stuurt, begon achter zijn tevredenheid de rode gloed van de haat op te lichten. "De kruideniersmentaliteit van dat ding, daar kan ik niet tegen. Vreselijk. Een beetje aanval opzetten? Vergeet het maar. Mat? Taalt hij niet naar. Hij pikt een pionnetje hier, een tijdje later een pionnetje daar en marcheert dan langzaam op, kalmpjes aan, dan breekt het lijntje niet. Hij speelt uitsluitend en alleen op safe. Ik heb daar zo'n bloedhekel aan, het lijkt wel voetbal. Afschuwelijk. Daar schaak je toch niet voor?" Ik kon het , met het bloed nog aan mijn handen, slechts beamen. Schaken is, ook al wordt het nooit meer dan 1 - 0, geen bangelijk, behoedzaam schuifspelletje. Niets is saaier dan voetbalschaak.

 


De vorderingen van Diep

In eerdere afleveringen liet ik u al kennismaken met het schaakprogramma van Vincent Diepeveen. De als enthousiast bekent staande Vincent, (zelf speler van SC Utrecht 1) kreeg het voor elkaar vrijwel een volledig team achter de borden te krijgen om het tegen Diep op te nemen. Zijn voorspelling (8-2 voor Diep) werd bijna nog werkelijkheid. Twee partijen werden remise na aanvankelijk gewonnen gestaan te hebben.

Uitslag:

1.R.Helgason (2352) - Diep 1 - 0 2.B.van Galen (2328) - Diep 0 - 1 3.H.Bouwmeester (2378) - Diep 0 - 1 4.A.Schwartz (2244) - Diep ½ - ½ 5.E.de Haan (2328) - Diep 1 - 0 6.H.Bartels (2265) - Diep 0 - 1 7.A.Rosmuller (2073) - Diep 0 - 1 8.P.Nieuwenhuis (2229) - Diep 0 - 1 9.J.Mellegers (2164) - Diep ½ - ½ 10.J.Jens (2038) - Diep 0 - 1

Hans Bouwmeester - Diep

1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 c5 4.cxd5 exd5 5.Pf3 Pc6 6.g3 Pf6 7.Lg2 Le7 8.0-0 0-0 9.Lg5 cxd4 10.Pxd4 h6 11.Le3 Te8 12.Tc1 Lf8 13.Db3 Pa5 14.Dc2 Pc4 15.Lf4 g5 16.Ld2 Lg7 17.Tfd1 Pxd2 18.Dxd2 Pe4 19.Dd3 Pxc3 20.Txc3 Lg4 21.Td2 Dd7 22.e3 Tac8 23.Tdc2 Txc3 24.Txc3 b6 25.b3 Le6 26.Tc1 Tc8 27.Td1 Lg4 28.Lf3 Le6 29.Pe2 Kf8 30.h3? Lxh3 31.Lxd5 h5 32.f3 Te8 33.e4 g4 34.f4 De7 35.Tc1 h4 36.Kh2 hxg3 37.Pxg3 Dh4 38.De3 Ld4 39.Dxd4 Lf1+ 40.Kg1 Dxg3+ 41.Kxf1 Dxf4 42.Kg2 Dxc1 43.Dh8+ Ke7 44.Dh4+ f6 45.Dxg4 Dg5 ! 0 - 1.

Diep - Reynir Helgason

1.d4 d5 2.Pf3 Pf6 3.c4 c6 4.Dc2 dxc4 5.Dxc4 Lg4 6.Pc3 Pbd7 7.e4 Lxf3 8.gxf3 Pb6 9.Dd3 Dc7 10.f4 e6 11.Df3 0-0-0 12.Le3 g6 13.Tc1 Ph5 14.Le2 Lg7 15.0-0 De7 16.Tfd1 f5 17.exf5 exf5 18.d5 Lxc3 19.Txc3 Pa4 20.Tc2 De4 21.Dxe4 fxe4 22.dxc6 Txd1+ 23.Lxd1 Pf6 24.Lxa7 Td8 25.Le2 Kc7 26.cxb7 Kxb7 27.Le3 Pb6 28.Lb5 Td1+ 29.Kg2 Pbd5 30.Ld2 Kb6 31.Le2 Ta1 32.a3 Tb1 33.Lc4 Ta1 34.Lc1 Kc6 35.b4 Kd6 36.b5 Tb1 37.a4 Pa5 38.Lxd5 Kxd5 39.Le3 Tb4 40.Td2+ Ke6 41.Ta2 Pf6 42.b6 Tb1 0 - 1.

Diep - Jelmer Jens

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Le2 e6 7.0-0 Dc7 8.f4 Le7 9.Le3 Pc6 10.Kh1 0-0 11.De1 Ld7 12.Dg3 Tad8 13.Pb3 b5 14.a3 Lc8 15.Tad1 Lb7 16.f5 Kh8 17.Pc5 ! Lc8 18.fxe6 fxe6 19.Pd3 Db8 20.Pf4 Pe5 21.Ld4 Ld7 22.Dh3 Kg8 23.Pxe6 Tfe8 24.Pd5 Pxe4 25.Lh5 g6 26.Lxg6 hxg6 27.Lxe5 dxe5 28.Dh6 Lxe6 29.mat in 9!! Dxg6+ Kh8 30.Dh6+ Kg8 31.Dxe6+ Kh8 32.Dh6+ Kg8 33.Dg6+ Kh8 34.Tf7 Pf2+ 35.Kg1 Ph3+ 36.Kf1 Lxa3 37.Dg7 mat. 1 - 0.

 


Diep behaald nipte overwinning op SC Utrecht

Op 8 april 1999 werd in Utrecht voor de tweede keer een wedstrijd gehouden tussen een selectie van de schaakclub Utrecht (een combinatie van het eerste en tweede team) en het computerschaakprogramma DIEP van Vincent Diepeveen (speler van Utrecht 1). In 1998 won DIEP overtuigend met 7 - 3. Dus werd de Utrechtenaren een revanchematch gegund. Ditmaal ging het DIEP niet gemakkelijk af. Door het resultaat in de vorige ontmoeting waren de spelers extra gemotiveerd. Halverwege de speeltijd was de stand op de diverse borden zodanig, dat het ergste voor DIEP werd gevreesd. Maar zoals bekend raken programma's niet in paniek. Bij spelers van vlees en bloed gebeurt dit door tijdnoodproblemen regelmatig wel. Dat was ook hier het geval. Uiteindelijk werd het een 5½ - 4½ overwinning voor DIEP.

Resultaten: Diep - Helgason ½ - ½ Diep - Jens ½ - ½ Diep - Nieuwenhuis ½ - ½ Diep - Schwartz 1 - 0 Diep - Beekman 1 - 0 Diep - Rosmuller ½ - ½ Diep - de Groot 1 - 0 Diep - Van der Spek 0 - 1 Diep - Karstens ½ - ½ Diep - Diepeveen 0 - 1.

 


REBEL 10 door collega's verslagen

Alwin van Ee

Rebel is verslagen! De spelers van Oud Zuylen hebben het monster een gevoelige nederlaag toegebracht. Zoals bekend speelden enkele leden van Oud Zuylen een e-mailpartij tegen het schaakprogramma Rebel 10. Ries van Leeuwen was organisator en bediende het programma. Iedere week stuurden de deelnemers een zet naar Ries en de zet die het vaakst door de leden werd gekozen, werd gespeeld. (als stemmen staakten, gooide Ries met een dobbelsteen !). De computer kreeg hierbij per zet 5 minuten bedenktijd (achteraf was dat misschien te weinig). Werd je zet gespeeld, dan kreeg je één punt. Werd er voor een ander gekozen, dan kreeg je een half punt. Een meerderheid van de witspelers was voor de zet 1.e2-e4 en Rebel koos hierna voor de Franse verdediging, en wel Fort-Knox-variant van het Rubinstein-systeem. Zoals de naam al aangeeft is de Fort-Knox-variant een uitermate degelijke opstelling. Fort Knox is een legerplaats in het Amerikaanse Kentucky, 50 km ten zuidwesten van Louisville, gesticht in 1917. Sinds 1937 wordt hier het grootste deel van de goudreserve van de Verenigde Staten bewaard. In een kluis van staal en beton onder het gebouw ligt een hoeveelheid goud ter waarde van ruim 6 miljard dollar. U begrijpt dat de beveiliging van dit gebouw piekfijn in orde is. Als de zwarte stelling even moeilijk te kraken zou zijn als dit fort, beloofde het dus een taaie partij te worden. Zoals te verwachten was, maakten de Oud Zuylenaren eveneens gebruik van schaakprogramma's, zoals bijna iedereen tegenwoordig doet bij correspondentieschaak, zeker als de tegenstander ook een computer is. Walter:"Erg leuk en een goede oefening om eens zo'n partij (opening) uit te kauwen". Mijn Fritsje weet er wel raad mee en ik langzamerhand met mijn trouwe schaakcompaan. Ries was niet zo over dit computergeweld te spreken: Helaas is het jammer dat de opzet van deze partij "het spelen van leden van Oud Zuylen tegen Rebel 10" niet is gehaald. Het is nu een partij geworden tussen Chessmaster 6000, Fritz 5 en Genius 3 tegen Rebel 10. Dit is ook de reden dat de NBC in leden is gehalveerd. De spelers laten de computer spelen en dat is jammer. Rebel speelde de partij met een 486 DX2 66 MHz computer. Dus hij is er gewoon uitgerekend door de Pentiums. En dat is inderdaad gebeurd. Maar dat heeft ook interessante kanten: je kunt je afvragen welk schaakprogramma het sterkst is en hoe verschillend de afzonderlijke programma's stellingen beoordelen. In ieder geval is het volgens mij een heel aardige partij geworden.

Wit Leden Oud Zuylen - Zwart: Rebel 10

1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Ld7 5.Pf3 Lc6 De Fort-Knox-variant 6.Ld3 Pd7 7.0-0 Pgf6 8.Pg3 Lxf3 9.Dxf3 c6 10.Te1 Le7 11.c4 0-0 12b3 Te8 Patrick had hier 12.Ld2 voorgesteld, een ander plan dat zeker niet slechter zal zijn dan 12.b3, wat de anderen voorstelden. Maar in deze democratische opzet is het nu eenmaal zo dat de meeste stemmen gelden. Een gekozen zet hoeft in het algemeen niet altijd de beste te zijn. Ik vond nog twee partijen met 12.Ld2:Aseev - Epishin,Ursch Leningrad 1990 en Brunner - Rubinetti, Buenos Aires 1992. Beide partijen werden remise. Het gespeelde 12.b3 is nog voorgekomen in Seitaj - Radziewicz, Capelle la Grande 1997 (0-1 in 26 zetten) en Peptan - Meissner, European Ch. g-16 Szombathely 1993. Voor zover Walter en ik hebben kunnen nagaan, komt Rebel na 12.b3 met een nieuwtje:12.Db6, dat volgens mij minder sterk is dan Da5 omdat de dame op b6 niet veel doet. 13.Lb2 Tad8 14.a3 Niet om het geintje 14. Dxb3 15.Lxh7+ maar om ruimte te winnen op de damevleugel. 14.....Tfe8 15.Tad1 c5 16.Lc2 cxd4 17.Lxd4 Dc7 18.Pe4 Pxe4 Rebel gaat niet in op de afwikkeling 18....Lxa3 19.Pxf6+ Pxf6 20.Lxf6 gxf6 21.Dxf6 Txd1 22.Txd1 De7, waarna wit slechts een miniem voordeeltje heeft. Zoals het nu gaat, komen de witte stukken mooi klaar te staan voor een aanval op de zwarte koningsstelling. 19.Dxe4 g6 20.Lb2 Lg5 21.b4 f5? Een typische computerzet, die de e-pion enorm verzwakt. Beter was 21.Pf6. 22.De2 e5 23.c5 (dubieus plan, 23....Dc7 is beter) 23.....a5 (23....b6 is te prefereren) 24.Lb3+ Walter schreef nu:Ha Rebelpletters. Nou, de rest is een kwestie van ... en de overwinning kunnen we in onze zakken steken incluis de overwinningspremie. Volgens mijn troetelkindje is na 23. Lb3(schaak) toch wel aanzienlijk voordeel bereikt. Wat een makkie zeg die Rebel !! Ook mijn Chessmaster 6000 gaf de volgende winstvariant al aan. Zwart komt in een vervelende penning terecht die hem uiteindelijk materiaal gaat kosten. Rebel gaf in deze stelling maar - 0.87 achterstand aan en dat is nog niet eens een pion. Rebel werd er niet warm of koud van, aldus Ries, terwijl bij Fritz en Chessmaster de zwarte stoppen al flink aan het doorslaan waren. 24....Kg7 25.La4 Kf8 26.Td6 axb4 27.axb4 Te7 28.Ted1 Lh6 29.Dc4 f4 30.Dd5 1 - 0. Het fort is veroverd.